Organisaties vragen mij soms om een vlootschouw te doen op hun verzuimdossiers. Al dan niet aangevuld met een advies om re-integratiemogelijkheden optimaal te benutten. Ook een vestiging van een grote retailer kwam met deze vraag. Met daarbij de toevoeging: kun je ook advies geven over de rol die onze arbodienst vervult?
Gezien het belang van goede arbodienstverlening bij ziekteverzuim, had ik daar wel zin in.

 

Aan de slag

Ik kreeg toegang tot een dertigtal verzuimdossiers. Plannen van aanpak, terugkoppelingen van de bedrijfsarts, arbeidsdeskundige onderzoeken et cetera. Van elk dossier maakte ik een inventarisatie van de aanwezige stukken: was het dossier ‘poortwachterproof’? Waar lag een sanctierisico op de loer?
Ook de berichtgeving vanuit de arbodienst akkerde ik door. En dat was soms best schrikken! Geen wonder dat de interne casemanager vastliep in de begeleiding…

 

Tijd voor actie

Naast het afvinken van de noodzakelijke documenten in het dossier, bekeek ik ook met een warm-zakelijke bril de casuïstiek. Waar lagen vanuit Goed Werkgeverschap nog kansen en mogelijkheden tot re-integratie of herplaatsing? Maar ook: werden de regels gevolgd of was bijvoorbeeld een loonsanctie noodzakelijk om een dossier vlot te trekken?
De terugkoppelingen met adviezen van de arbodienst onderwierp ik natuurlijk aan een (extra) kritische blik. Een tweetal zaken viel op. De terugkoppelingen waren vaag. Geen duidelijkheid over beperkingen en mogelijkheden of een prognose. Daarnaast leek er niet of nauwelijks gewerkt te worden volgens bestaande richtlijnen of werkwijzers van bijvoorbeeld NVAB of STECR. En dat vond ik zorgelijk
.

 

Het resultaat

Toen ik begon had de interne casemanager een onderbuikgevoel, maar kon zij dit niet toelichten. Aan het einde van mijn opdracht bleek haar onderbuikgevoel een prima alarmbel te zijn. En met de input die ik haar gaf, wist zij waar ze op kon sturen in casuïstiek in het algemeen en richting de arbodienst in het bijzonder.
En de arbodienst? Die was niet onverdeeld blij met de kritische vragen die de casemanager nu begon te stellen. Maar dat ligt volgens mij vooral aan het antwoord op de vraag: ben je een arbodienst of een arbo-dienstverlener? Als dienstverlener ga je in gesprek met je klant om te kijken hoe je een goed en bruikbaar advies voor je klant opstelt. Helaas zie ik nog te vaak dat er alleen sprake is van een arbodienst. Die zijn ding doet en waar je als werkgever vooral niet te veel kritiek op mag hebben…
En daar ligt voor mijn klant de volgende uitdaging: het vinden van een arbo-dienstverlener die bruikbare adviezen geeft en meedenkt. Ook al is zo’n advies écht niet altijd het leukste advies, zolang het goed is onderbouwd en eenduidig is beschreven, kan de klant ermee aan de slag
!